Klassieke muziek is ontstaan zo rond de middeleeuwen en behoort nog steeds tot de meest bespeelde wereldwijde muziektradities. De muziek komt voort uit de westerse kerkelijke muziek en uit wereldmuziek. De regels die de kantlijnen van de klassieke muziek tekenen werden vastgelegd ergens tussen 1550 en 1900. Het merendeel van de composities is op de een of andere manier genoteerd.
Klassieke muziek wordt ook wel kunstmuziek genoemd en er wordt ook wel naar verwezen als serieuze muziek. Een tegenhanger van popmuziek, dat voornamelijk als lichte muziek kan worden omschreven. Toch is klassieke muziek niet volstrekt serieus te noemen. Er zijn ook vrolijke en opwekkende klassieke stukken. Verder wordt klassieke muziek in vele vormen en op vele manieren toegepast. Denk aan muziekonderwijs, amusement, dans en theater. Met dank aan de technologische ontwikkelingen hebben de elektronische muziek en ook jazz een invloed op de hedendaagse klassieke muziek waardoor er vele aanpassingen op het genre zijn toegepast.
20e eeuw
Klassieke muziek is niet per se oude muziek, hoewel het merendeel van de wereldwijd bekende composities wel van vóór het jaar 1900 komt is er wel klassieke muziek afkomstig uit de 20e eeuw. Een variatie aan klassieke muziek uit Europa zoals de late romantische stijl van Sergei Rachmaninoff, het impressionisme van bijvoorbeeld Claude Debussy, maar denk ook aan de elektronische muziek van Karlheinz Stockhausen.
Dissonantie
Door een algemene overeenkomst van alle verschillende genres binnen de klassieke muziek is ook de dissonantie toegenomen in de compositie. Om die reden wordt de 20e eeuw ook wel de dissonante periode genoemd.
Muzikale klanen kunnen naast consonant ook dissonant zijn. De samenklank van de muziek wringt en is niet welluidend. Dissonant wordt ook vaak verward met het vals klinken van muziek en de opvattingen omtrent consonantie en dissonantie zijn niet consequent vermeld in de geschiedenisboeken. Het komt erop neer dat er een emancipatie van de dissonante klanken kan worden waargenomen.